tm-02

Vrijstellingen

In de dagelijkse praktijk komen vaak vragen naar voren over de vrijstellingen op grond van artikel 403 en artikel 408 van Boek 2 Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek. Waar gaat het nu precies om en hoe kan je als onderneming optimaal gebruik maken van deze vrijstellingen.

Artikel 408 gaat over de vrijstelling van consolidatie voor zogenaamde tussen-holdings. Onder bepaalde voorwaarden is een internationale groep vrijgesteld om  op het niveau van een Nederlandse tussen-holding geconsolideerde cijfers te presenteren. Voorwaarde is o.a. dat  de cijfers van de onderliggende entiteiten op een hoger niveau in de groep meegeconsolideerd worden en dit feit ook als zodanig staat opgenomen in de enkelvoudige jaarrekening welke gedeponeerd wordt bij de kamer van koophandel.  Als de vennootschap ‘enkelvoudig’ toch als middelgroot of groot wordt gekwalificeerd, dan geldt er nog steeds een wettelijke controleplicht.

Vaak zie je bij tussen-holdings echter rente en dividend van dochterondernemingen in de omzet terugkomen. Het is de vraag of deze stromen bij tussen-holdings daadwerkelijk bij de omzet moet worden geteld. De RJ geeft aanknopingspunten waardoor deze mogelijk buiten beschouwing gelaten kan worden. Even afhankelijk van de andere criteria (aantal personeelsleden en balanstotaal) zou een tussen-holding zonder dividendinkomsten en rentebaten alsnog in de categorie ‘klein’ kunnen worden geplaatst, waardoor zij dus wettelijk niet controleplichtig zou zijn. Deze afwegingen moeten zorgvuldig worden gemaakt.

Artikel 403 bepaald dat als een moedermaatschappij zich formeel aansprakelijk stelt voor alle verplichtingen van haar dochteronderneming (en de directie van de dochteronderneming hier formeel mee instemt), dat de dochteronderneming zelfstandig geen publicatieplicht heeft bij de kamer van koophandel. Dit ontslaat de dochteronderneming echter niet van de (statutaire) verplichting om een jaarrekening op te stellen. Er is echter geen publicatieplicht. Als artikel 403 wordt toegepast, dan worden de cijfers van de dochteronderneming meegeconsolideerd bij de moeder. Vervolgens dient op het niveau van de moederorganisatie te worden vastgesteld of deze klein, middelgroot of groot is.

I am text block. Click edit button to change this text. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.